Projectaanpak:
Een belangrijk sturende vraag in het opstarttraject was, “waarom niet werken naar een totaalconcept met een krachtig kenmerkend karakter?”
Kenmerk:
In een associatieve benadering van de materie, grepen wij sadomasochisme, stoerheid, snelheid, coureurs, piloten, expansie, asfaltwegen, circuits en landingsbanen, maar ook modieus, vrouwelijk en soepel als onze vormgevingshandvaten.
Ruimte:
In dit concept werd, van voor naar achter van links naar rechts en van boven naar onder, territoriale expansie geventileerd en kreeg vorm als een kunstmatig onderdelenlandschap:
Met snelwegfragmenten vanaf de straat tot op een brug achter in de tuin.
Het diep blauwe plafond als hemel en een “open putdeksel etalage” in de kruipruimte als ravijn. Een ogenschijnlijke verbreding van de voorpui door integratie van de toegangsdeur van de bovenburen. Een visueel spanningsveld van aantrekken en afstoten in de straat/pui/winkelzone. De trap naar de verdieping die over gaat in een loper en vervolgens in een laatste trede met daarop de kassa!
Materie:
Met zachte interieure stijlelementen zoals pastel/hout/spons en harde stijlelementen zoals zwart/staal/hardsteen/glad naar buiten toe, werd uitdrukking gegeven aan de lederkarakteristieken “hard van buiten, zacht van binnen, bescherming en geborgenheid”. Het ontwerp is een logisch gevolg van speuren naar die leersfeer.
Omvang:
Het totale perceel nam deel, het kantoor, de opslag, kelder, tuin en gevel pui inclusief de voordeur van de bovenburen. Mede om grip op de materie te krijgen bracht ik een aantal nachten door op de bouwplaats en leverde zwaar fysieke arbeid om de vormkrijgsmaterie vanaf het stripstadium tot mij te nemen en eigen te maken. Benamingen en beeldmerk werd ook door ons geleverd. Als het van mij afhing had ik een aansluitende kledinglijn gelanceerd, zover is het niet gekomen.